gewone spikkelspanner Ectropis crepuscularia

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Februari-eind augustus in twee generaties; soms gevolgd door een kleine partiële derde generatie tot in november. De vlinders worden overdag soms rustend op boomstammen gevonden. Ze komen goed op licht.

Levenscyclus

Rups: april-begin september. De soort overwintert als pop in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Small Engrailed

Duitse naam

Zackenbindiger Rindenspanner

Franse naam

la Boarmie crépusculaire , la Bi-ondulée

Oud Nederlandse naam

de nabestaande

Synoniemen

Boarmia crepuscularia, Tephrosia crepuscularia, Ectropis bistortata, Boarmia bistortata

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Deze soort is in ons land de gewoonste spikkelspanner.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Ectropis: ektropos is wegdraaien, naar het sinusvormige verloop van de lijnen.
crepuscularia: crepusculum is schemering, de vliegtijd van de vlinder.
bistortata: bis- is twee keer en tortus is geweven, verwijzend naar de dubbele bocht in de postmediane lijn.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-22 mm. De grondkleur varieert van wit of bruinwit tot bruin of grijsbruin en de tekening is donkerbruin of grijsachtig. Opvallend is het donkerbruine 'vierkante' vlekje langs de buitenste van de centrale dwarslijnen: daarin zijn vaak twee donkere streepjes te zien die deel uitmaken van de adervork; boven de dwarslijn is deze ader vaak wit. Bij de achterrand van de voorvleugel bevinden zich twee donkere pijlvormige vlekjes. Verder is deze soort zeer variabel. Het vrouwtje heeft iets smallere vleugels en vlinders van de tweede generatie zijn veel kleiner en vaak lichter dan die van de voorjaarsgeneratie. De antennen zijn nooit geveerd.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de geringde spikkelspanner (Cleora cinctaria), de vierkantspikkelspanner (Paradarisa consonaria), de witvlekspikkelspanner (Parectropis similaria) en de ringspikkelspanner (Hypomecis punctinalis).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral loofbossen; ook struwelen, parken en tuinen in bosachtige gebieden.

Planten

Diverse loofbomen en struiken. Ook op bijvoet.

Waardplant

Esdoorn
Acer

Els
Alnus

Bijvoet
Artemisia

Berk
Betula

Walnoot
Juglans

Lariks
Larix

Liguster
Ligustrum

Populier
Populus

Sleedoorn
Prunus

Eik
Quercus

Wilg
Salix

Vlier
Sambucus

Iep
Ulmus

Bosbes
Vaccinium

Nieuws

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

Alle soorten uit deze familie