dennenpijlstaart Sphinx pinastri

Familie

pijlstaarten (SPHINGIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen, maar wordt soms ook daarbuiten aangetroffen. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-begin september in één generatie. De vlinders zijn soms overdag rustend op boomstammen of palen te vinden. Ze vliegen ´s nachts, komen op licht en foerageren in het donker op bloemen, vooral van kamperfoelie.

Levenscyclus

Rups: juli-oktober. De rups kan zowel op kleine als op grote bomen worden aangetroffen en heeft meestal een voorkeur voor oudere naalden. De soort overwintert als pop in de strooisellaag of in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Pine Hawk-moth

Duitse naam

KiefernschwƤrmer

Franse naam

le Sphinx du pin

Synoniemen

Hyloicus pinastri

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Dennepijlstaart is een oude naam die ook al door Ter Haar in 'Onze Vlinders' wordt gebruikt.
Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups.
Grove dennen, maar ook andere naaldbomen, zijn de waardplanten van deze soort.

Meer over Nederlandse namen

Ondersoorten

Hyloicus pinastri (Linnaeus, 1758)

Toelichting wetenschappelijke naam

Sphinx: Sphinx is een monster meestal afgebeeld met de bovenkant van een vrouw en het lichaam van een leeuw. Zij woonde in het Egyptische Thebe raadsels opgevend en degenen dodend die ze niet konden oplossen. Toen Oedipus dat wel bleek te kunnen, pleegde ze zelfmoord. Men denkt wel dat deze mythe de geheimnisvolle jaarlijkse overstroming van de Nijl symboliseerde; die bracht vruchtbaarheid maar ook de gesel van de dood voor hen die in de Nijl omkwamen. Er hoeft natuurlijk geen enthomologische connectie te zijn, maar het zou goed kunnen dat Linnaeus de overeenkomst op het oog had van het grote beeldhouwwerk bij de Grote Piramide en de rups die zijn kop in rust opgericht houdt.
pinastri: Pinus pinaster is zeeden, een mogelijke voedselplant, maar Linnaeus geeft alleen den aan.

Auteursnaam en jaartal

Linnaeus, 1758

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 35-41 mm. Karakteristiek is de vrijwel effen, grijze of bruinachtig grijze voorvleugel met in het midden enkele zwarte vegen, en de vrijwel egaal donkerbruine achtervleugel. Beide vleugels hebben geblokte franje. Het achterlijf is zwart gebandeerd zonder enig spoor van roze.

Kenmerken rups

Tot 80 mm; lichaam groen met zwartachtig schuine strepen; over de rug een brede, roodachtig bruine middenband die soms tot de spiracula is uitgebreid; over de rug ook nog drie geelachtig witte lengtestrepen die soms door de roodachtig bruine band worden overschaduwd; onder de spiracula een gebroken geelachtig witte lengteband; spiracula oranje met zwarte rand. De jonge rupsen zijn groen met geelachtig witte strepen

Gelijkende soorten vlinder

Zie de windepijlstaart (Agrius convolvuli) en de ligusterpijlstaart (S. ligustri).

Gelijkende soorten vlinder

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral naaldbossen en met vliegdennen begroeide heiden; soms ook tuinen in bosrijke gebieden.

Planten

Vooral grove den, maar ook andere naaldbomen.

Waardplant

Den
Pinus

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie pijlstaarten (SPHINGIDAE)

Alle soorten uit deze familie