bochtige smele-uil Photedes minima

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en op smeer. De mannetjes vliegen in de schemering langzaam boven een grasland, de vrouwtjes zitten vaak te rusten tegen een grasstengel.

Levenscyclus

Rups: augustus-juni. De rups leeft in de stengel van de waardplant en maakt onderin een soort holletje. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats in een cocon in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Small Dotted Buff

Duitse naam

Rotklee-Bläuling

Franse naam

la Nonagrie des canches

Oud Nederlandse naam

kleine zanduil

Synoniemen

Photedes arcuosa, Petilampa arcuosa, Lampetia arcuosa

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De waardplanten van deze uil zijn bochtige smele en ruwe smele.

Meer over Nederlandse namen

Ondersoorten

De waardplanten voor deze uil zijn bochtige smele en

Toelichting wetenschappelijke naam

Photedes: phos, photos is licht en edos is met genoegen; hij vliegt dus graag overdag. Dit is van toepassing op de vroeger enige soort in dit genus: P. captiuncula (geen Nederlandse soort).
minima: minimus is de kleinste, de minste. Haworth plaatste deze soort in Noctua en in dat genus was hij inderdaad een van de kleinste.

Auteursnaam en jaartal

(Haworth, 1809)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 11-14 mm. Deze slank gebouwde uil heeft een strokleurige, soms roodachtig bruin getinte voorvleugel met een geleidelijk gebogen voorrand. Het mannetje is groter dan het vrouwtje, heeft een relatief bredere voorvleugel en een eenvoudige tekening. De geschulpte centrale dwarslijnen zijn meestal slechts zichtbaar als een rij zwartachtig bruine stippen of streepjes. Langs de voorrand van de voorvleugel ligt aan de buitenzijde van de sterk gebogen buitenste dwarslijn een driehoekige donkere vlek, die soms vaag is. In sommige gevallen gaat deze vlek min of meer over in een eveneens donkere zone langs de golflijn. Het vrouwtje is kleiner, heeft een smallere voorvleugel en een minder gelijkmatige tekening. De centrale dwarslijnen zijn doorgaans duidelijk zichtbaar en hebben, evenals de golflijn, aan beide zijden een lichte rand. In het middenveld ligt een donkere band, die vooral langs de binnenrand van de vleugel goed zichtbaar is. Opvallend is het slanke, relatief lange achterlijf.

Gelijkende soorten vlinder

Soms is verwarring mogelijk met lichte vormen van het zandhalmuiltje (Mesoligia furuncula); deze heeft echter altijd een rechte dwarslijn midden over de voorvleugel. Zie ook het oranjegeel halmuiltje (Oligia fasciuncula).

Gelijkende soorten rups

Zandhalmuiltje (Mesoligia furuncula), vale duinrietboorder (Photedes extrema), zandhaverboorder (Longalatedes elymi), gele duinrietboorder (Photedes fluxa), zeggeboorder (Denticucullus pygmina), russenuil (Coenobia rufa) en herfst-rietboorder (Rhizedra lutosa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Natte graslanden, bosranden en moerassen.

Planten

Bochtige smele en ruwe smele.

Waardplant

Smele
Deschampsia

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie