voorjaarsspanner Apocheima hispidaria

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden en in de duinen. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half februari-half april in één generatie. De mannetjes komen, soms in redelijke aantallen, op licht.

Levenscyclus

Rups: april-juni. De soort overwintert als pop in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Small Brindled Beauty

Duitse naam

Gelbfühler-Dickleibspanner

Franse naam

la Nyssie hispide

Synoniemen

Biston hispidaria, Nyssia hispidaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De voorjaarsspanner vliegt van februari tot in april.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Apocheima: apo is vanaf, na en kheima is winter; een genus met vlinders die rond februari al gaan vliegen.
hispidaria: hispidus is borstelig, onverzorgd, verwijzend naar de haarschubben op het abdomen.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-17 mm. Het mannetje, dat kleiner is dan de mannetjes van verwante bossoorten, heeft een dicht behaard borststuk en een tamelijk smalle, spits toelopende voorvleugel met een afgeronde vleugelpunt. Op de voorvleugel zijn in principe vier donkerbruine dwarslijnen te onderscheiden, waarvan de duidelijkheid varieert. Doorgaans zijn in ieder geval twee goed zichtbaar; de buitenste is opvallend getand. Soms zijn deze lijnen echter afwezig en is de vleugel grotendeels bedekt met donkerbruine schubben. De meeste vlinders hebben een duidelijk lichtere zone langs de achterrand van de voorvleugel, maar sommige zijn helemaal donker. De achtervleugel is lichter dan de voorvleugel. Het vleugelloze vrouwtje is gewoonlijk donkerbruin of zwartbruin en aan de voorkant wat meer gedrongen dan de vleugelloze vrouwtjes van andere bossoorten; de poten zijn behaard.

Gelijkende soorten vlinder

Het vrouwtje van de perentak (Phigalia pilosaria) is minder harig en gewoonlijk lichter van kleur; de bovenkant van de kop is wit. De dunvlerkspanner (Lycia hirtaria) vliegt later in het voorjaar, is groter en heeft veel bredere vleugels; het vrouwtje van deze soort is gevleugeld. Zie ook de voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia).

Gelijkende soorten rups

Perentak (Phigalia pilosaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Oude eikenbossen en struwelen met volgroeide eiken.

Planten

Diverse loofbomen, met een voorkeur voor eik. Ook iep, hazelaar en tamme kastanje.

Waardplant

Tamme kastanje
Castanea

Hazelaar
Corylus

Eik
Quercus

Iep
Ulmus

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

Alle soorten uit deze familie