eikenprocessierups Thaumetopoea processionea

Familie

tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Vóór 1980 is deze soort slechts enkele malen in ons land gesignaleerd. Sinds 1987 een gewone soort met name in Noord-Brabant en het aangrenzende deel van Limburg. Vanaf 1996 heeft de soort zich steeds verder uitgebreid; voortplanting is inmiddels waargenomen in de meeste provincies. Zwervende mannetjes kunnen in het verspreidingsgebied nagenoeg overal worden aangetroffen; ook buiten het voortplantingsgebied in noordelijke en westelijke richting worden geregeld zwervende mannetjes aangetroffen. Het aantal exemplaren fluctueert sterk van jaar tot jaar. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juli-begin september in één generatie. Vooral de mannetjes komen op licht.

Levenscyclus

Rups: mei-juni, soms vanaf half april en soms tot begin juli, afhankelijk van de temperatuur in het vroege voorjaar. De soort overwintert als ei. 

De poppen bevinden zich in nesten tegen de stam aan. Soms zitten deze nesten ook op dikkere zijtakken.

De eipakketjes worden aan de uiteinde van de takken afgezet, voornamelijk bovenin de boomkroon. Het eipakket wordt afgedekt met de haren van het achterlijf van het vrouwtje. Een vrouwtje kan in totaal ongeveer 250-300 eitjes afzetten.

De rupsen komen uit de eitjes wanneer de knoppen van de eiken op uitkomen staan. De gehele rupsenperiode leven de rupsen als groep bij elkaar, waar ze ook hun naar aan danken. De rups ondergaat vijf vervellingen voordat hij verpopt. In het eerste rupsenstadia heeft de rups al haren, maar dit zijn geen brandharen. Die komen pas vanaf het derde rupsenstadium en zijn slechts een paar milimeter groot.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Oak Procesionary

Duitse naam

Eichen-Prozessionsspinner

Franse naam

la Processionnaire du chêne

Oud Nederlandse naam

processierups, processierupsvlinder

Synoniemen

Bombyx processionea, Cnethocampa processionea

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Eikenprocessierups is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'. Bij Ter Haar is het nog processierups.
De rupsen van deze soort lopen op de waardplant eik als in een processie achter elkaar aan. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Thaumetopoea: een verschrijving van Thaumatopoea; thaumatopoios is als een wonder, naar het verwonderlijke processie-gedrag van de rupsen.
processionea: processio is een opmars, een processie, naar het rupsengedrag.

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 14-16 mm, ♀ 16-17 mm. Op de bruinachtige geelgrijze voorvleugel bevinden zich enkele zwartachtige, naar binnen toe versmallende dwarslijnen en een kleine onduidelijke middenstip in de vorm van een komma. De vleugelwortel is altijd opvallend lichter gekleurd. De dwarslijnen en banden op de voorvleugel variëren sterk in kleur en intensiteit.

Kenmerken rups

Tot 23 mm; lichaam overdekt met lange, witachtige haren, die op roodachtige wratten staan ingeplant; kleur van de lijn boven de spiracila blauwachtig grijs, daaronder groenachtig grijs; de segmenten vier tot twaalf hebben elk een fluweelachtige zwarte vlek op de rugzijde; kop zwartachtig bruin. De haren veroorzaken een bijzonder onaangename uitslag.

Gelijkende soorten vlinder

Bij de grijsbandspinner is de middenband meestal donkerder van kleur dan de grondkleur van de vlinder. De binnenste en buitenste dwarslijn lopen ook hoekiger dan bij de eikenprocessierups en lopen naar het lijf toe niet naar elkaar toe.

Gelijkende soorten rups

Let op alle andere harige soorten. Soorten waar de rups vaak mee wordt verward is de plakker (Lymantria dispar) die ook algemeen op eiken voorkomt.

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Eikenbossen en -lanen; soms ook tuinen. 

Planten

Voornamelijk de inheemse zomer- en wintereik

Waardplant

Eik
Quercus

Soorten uit dezelfde familie tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Alle soorten uit deze familie