lijnsnuituil Herminia tarsipennalis

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half mei-half oktober in twee generaties; de tweede generatie (augustus-oktober) is partieel. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer. Overdag zijn de vlinders gemakkelijk op te jagen uit de vegetatie.

Levenscyclus

Rups: juli-april. De rups leeft tussen afgevallen bladeren en overwintert in een losse cocon in de strooisellaag, waarin in het voorjaar de verpopping plaatsvindt.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Fan-foot

Duitse naam

Laubgehölz-Spannereule

Franse naam

l'Herminie de la vigne-blanche

Synoniemen

Zanclognatha tarsipennalis, Polypogon tarsipennalis

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.
De strakke lijn aan de buitenkant van de vleugel is kenmerkend.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

tarsipennalis: tarsus is een deel van een poot en penna is een veer; wijzend op de uitstulpbare haarplukjes op de poten van de mannen.

Auteursnaam en jaartal

Treitschke, 1835

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 13-16 mm. Deze snuituil heeft een tamelijk effen, soms iets grijsachtige, bruine voorvleugel met een zeer fijne bestuiving en drie donkere dwarslijnen. De binnenste dwarslijn is licht gebogen en maakt bij de voorrand een vrij sterke buiging in de richting van de vleugelwortel, de buitenste dwarslijn heeft de vorm van een vraagteken en de golflijn is recht en eindigt vrij ver van de vleugelpunt. De middenvlek is zichtbaar als een klein smal donker gebogen streepje en de franjelijn bestaat uit kleine zwartachtige streepjes. Op de antennen van het mannetje is halverwege een klein bobbeltje aanwezig; om dit te zien is een loep noodzakelijk. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende 'snuit', gevormd door de lange palpen.

Gelijkende soorten vlinder

De maansnuituil (Z. lunalis) is groter en heeft een grotere en sterker gebogen middenvlek. Bovendien is de voorvleugel bij die soort minder egaal en is er vaak een diffuse, donkere zone rondom de golflijn. De schaduwsnuituil (Herminia tarsicrinalis) is iets kleiner, heeft een rechtere binnenste dwarslijn en een diffuse middenschaduw; de franjelijn is ononderbroken en het bobbeltje halverwege de antennen van het mannetje ontbreekt. De golflijn op de voorvleugel van de boogsnuituil (Herminia grisealis) is gebogen en eindigt in de vleugelpunt; bovendien is deze soort kleiner en is de vleugeltekening scherper. Zie ook de baardsnuituil (Pechipogo strigilata).

Gelijkende soorten rups

Gepluimde snuituil (Pechipogo plumigeralis) en geellijnsnuituil (Trisateles emortualis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Loofbossen, struwelen en tuinen.

Planten

Vooral afgevallen blad van onder andere beuk, eik en braam.

Waardplant

Beuk
Fagus

Eik
Quercus

Braam
Rubus

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

Alle soorten uit deze familie