espenblad Phyllodesma tremulifolia

Familie

spinners (LASIOCAMPIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Soort die slechts af en toe in het zuidoosten van Nederland wordt waargenomen. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eén generatie van half april-begin juli. De vlinders kunnen geen voedsel opnemen en komen dus niet op smeer. De mannetjes komen op licht, vrouwtjes worden zelden waargenomen.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De rupsen zijn goed gecamoufleerd, drukken zich overdag stijf tegen takken aan en foerageren ´s nachts. De rupsen groeien erg traag en verpoppen zich in een stevige cocon. De soort overwintert als pop.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Duitse naam

Eichenglucke

Franse naam

la Petite Feuille-Morte , la Feuille-Morte du tremble

Oud Nederlandse naam

maanvlekspinner

Synoniemen

Epicnaptera tremulifolia, Lasiocampa tremulifolia, Bombyx tremulifolia, Lasiocampa betulifolia, Phyllodesma tremulifolium

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De wetenschappelijke soortnaam tremolifolia duidt op de gelijkenis van de vlinder in rust met een blad van de ratelpopulier (esp).

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Phyllodesma: phullon is een blad en demos is een keten, een boei. Zoals een vlinder vast op een blad zit.

Auteursnaam en jaartal

(Hübner, 1810)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 15-18 mm, ♀ 18-20 mm. Deze kleine spinner heeft door de karakteristieke rusthouding en vleugelvorm veel weg van een dood blad. De door de palpen gevormde ‘snuit’ is relatief sterk naar beneden gericht. Zowel de voor- als de achtervleugel is overwegend oranjebruin van kleur. Met name de vleugelzoom is echter in meer of mindere mate vermengd met grijs en soms heeft ook de bovenkant van het borststuk een enigszins grijze tint. De centrale dwarslijnen en ook de golflijn bestaan uit losse zwarte vlekjes. Halverwege de centrale dwarslijnen ligt een kleine langwerpige middenvlek. De vleugels, vooral de achtervleugels, hebben een gekartelde achterrand en een onduidelijke donkerbruin met wit geblokte franje. Niet in rusthouding zichtbaar maar voor determinatie eveneens van belang, zijn het op de binnenste helft van de achtervleugel gelegen lichte veld en de afgeronde overgang van de gekartelde achterrand naar de binnenrand. De variatie is relatief gering. Soms komen exemplaren met een meer donkerbruine grondkleur voor. Ook varieert de hoeveelheid grijs.

Gelijkende soorten vlinder

Het hulstblad (P. ilicifolia) heeft een minder egaal en enigszins grauw uiterlijk door de aanwezigheid van meer lichtgrijze elementen en de franje is sterk bruin met wit geblokt. Tussen de middenvlek en de binnenste dwarslijn is een klein rechthoekig lichtgrijs veld zichtbaar. Het witachtige veld op de achtervleugel is groter en steekt opvallend licht af tegen de rest van de vleugel. Op de binnenrandhoek van de achtervleugel bevindt zich een kartelpuntje. Het onderscheiden van de beide Phyllodesma-soorten kan problemen opleveren door variatie van de afzonderlijke kenmerken. Aan te raden is alle kenmerken na te gaan. Bij twijfel verdient het maken van een genitaalpreparaat de voorkeur.

Bekijk de gedetailleerde verschillen tussen de twee Phyllosdesma-soorten.

Gelijkende soorten rups

Zwarte herfstspinner (Poecilocampa populi), populierenblad (Gastropacha populifolia), eikenblad (Gastropacha quercifolia) en kersenspinner (Odonestis pruni).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Bosranden en lanen in een kleinschalig landschap.

Planten

Diverse loofbomen met een voorkeur voor eik, berk en (ratel)populier.

Waardplant

Berk
Betula

Populier
Populus

Eik
Quercus

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinners (LASIOCAMPIDAE)

Alle soorten uit deze familie