ni-uil Trichoplusia ni

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Een trekvlinder waarvan slechts enkele waarnemingen bekend zijn.

Rode lijst

trekvlinder

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Mei-begin oktober in twee generaties. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: juni-mei in twee generaties. De soort overwintert als rups.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Ni Moth

Franse naam

le Ni

Synoniemen

Plusia ni

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Voor een verklaring van de soortnaam ni zie bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Trichoplusia: thrix, trikhos is haar. Het is dus een harige Plusia, zie verder bij dat genus. Deze soort heeft flinke haarplukken op het abdomen.
ni: ni bestaat uit een nu en een iota; de niervlek lijkt opgebouwd uit deze twee Griekse letters.

Auteursnaam en jaartal

(Hübner, 1803)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-17 mm. Net als de verwante soorten houdt deze uil in rust de vleugels dakvormig omhoog. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een opvallende kuif en verder naar achteren is een kleiner kuifje zichtbaar. Deze uil heeft een enigszins ruw aandoende, bruinachtig grijze of grijsachtig bruine voorvleugel met een paarsachtige tint. Midden op de voorvleugel bevindt zich een meestal in tweeën gedeelde zilverkleurige vlek, waarvan het gedeelte dat het dichtst bij de voorrand ligt witgerand is en de vorm heeft van een ingesnoerde n of soms een onvolledige 8. Deze witte omranding lijkt zich min of meer schuin in de richting van de voorrand voort te zetten. In de binnenrandhoek is een vaak onopvallende, lichte of witachtige vlek zichtbaar.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de gamma-uil (Autographa gamma) en de schijn-gamma-uil (Syngrapha interrogationis).

Gelijkende soorten vlinder

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Deze trekvlinder kan op allerlei plaatsen worden waargenomen.

Planten

Diverse kruidachtige planten, waaronder zeeraket, koolzaad, havikskruid, afrikaantjes en tomaat.

Waardplant

Kool
Brassica

Zeeraket
Cakile

Havikskruid
Hieracium

Nachtschade
Solanum

Afrikaantje
Tagetes

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie