adusta-uil Mniotype adusta

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Wordt verspreid over het land af en toe waargenomen; de meeste waarnemingen komen van de Veluwe. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst

ernstig bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: juni-april. De rups is ´s nachts actief en verbergt zich overdag tussen gras of mos. De soort overwintert als volgroeide rups in een cocon in de grond en verpopt zich daar in april.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Dark Brocade

Duitse naam

Rotbraune Waldrandeule

Franse naam

la Noctuelle aduste

Synoniemen

Hadena adusta, Mamestra adusta, Blepharita adusta, Eumichtis adusta, Crino adusta

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Adusta-uil werd overgenomen van de wetenschappelijke soortnaam. Ook in de Franse naam is adusta verwerkt.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Mniotype: mnion is mos en tupe is het karakter van. Dit betreft de gelijkenis van het vleugelpatroon met mos. De naam is mogelijk beïnvloed door Antitype (zie A. chi).
adusta: adusta is door de zon geblakerd, donker; naar de grondkleur van deze soort.

Auteursnaam en jaartal

(Esper, 1790)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-21 mm. De brede voorvleugel van deze uil loopt vrij spits toe. De grondkleur varieert van licht- tot donkerbruin, soms met een roodachtige tint, of zwartachtig bruin met een grijsachtige spikkeling. De achterrand van de niervlek is wit en heeft in het midden vaak een opvallend uitsteeksel. Evenwijdig aan de binnenrand van de voorvleugel loopt een dikke zwarte streep die de binnenste en de buitenste dwarslijn met elkaar verbindt; in sommige gevallen is de streep dun en bereikt deze de buitenste dwarslijn niet. Halverwege de golflijn bevindt zich een duidelijke W en in het wortelveld ligt een onregelmatig gevormde zwarte streep. De achtervleugel is witachtig.

Kenmerken rups

Tot 45 mm; lichaam zeer variabel in kleur, gewoonlijk groen met of zonder bruine schaduw over de rug, maar soms geel of rozeachtig; over de rug drie donkere lengtestrepen, waarvan de middelste het breedst is en soms tot een rij ruitvormige vlekken is gebroken; kop bleek geelachtig bruin of groenachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de roestuil (M. satura). Exemplaren met een onvolledige zwarte streep tussen de centrale dwarslijnen kunnen verward worden met de kooluil (Mamestra brassicae), die echter grijzer van kleur is en op de voorpoten doorgaans een stekel heeft; de zwarte wortelstreep ontbreekt. De grauwe grasuil (Apamea remissa) is kleiner, heeft een minder spits toelopende voorvleugel en is grijzer van kleur. De w-uil (Lacanobia thalassina) is kleiner en heeft, evenals de kooluil, haren op de ogen.

Gelijkende soorten vlinder

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Heiden, bossen, graslanden en duinen.

Planten

Diverse planten, struiken en loofbomen, waaronder silene, walstro, struikhei, bosbes, wilde gagel en els; ook grassen.

Waardplant

Els
Alnus

Struikhei
Calluna

Walstro
Galium

Gagel
Myrica

Silene
Silene

Bosbes
Vaccinium

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie